Wei als bijproduct
In het Groene Hart bevinden zich relatief veel zuivelbedrijven waarvan een deel zelf kaas maakt op de boerderij van zowel rauwe als gepasteuriseerde melk. Bij het proces van kaasmaken ontstaat een bijproduct, genaamd wei. Het bevat alle oplosbare bestanddelen die niet in de vaste kaasstof of wrongel terechtkomen. De wei heeft een hoge voedingswaarde en goede structurele eigenschappen en wordt toegepast voor verschillende industriële doeleinden. Vanuit het Groene Hart wordt de wei echter voornamelijk vervoerd naar Brabant om daar als varkensvoer gebruikt te worden. De kaasproducerende boeren uit het Groene Hart zijn ervan overtuigd dat de wei nuttiger lokaal kan worden gebruikt. Maar hoe kan waarde worden toegevoegd aan wei en wat is de haalbaarheid om dit in het Groene Hart te gebruiken? Een zestal masterstudenten van de Universiteit van Wageningen deed onderzoek in opdracht van de Kaasacademie en Platform Groene Hart Werkt!. ‘Wat zijn haalbare mogelijkheden om waarde toe te voegen aan het bijproduct ‘wei’ voor kaasproducerende boeren in het Groene Hart?’ was hun centrale onderzoeksvraag.
Top drie meest waardevolle opties
De verschillende opties voor wei zijn op een rij gezet. Opties die hoger scoorden dan de veevoer sector zijn nader bekeken. Vervolgens zijn de opties verdeeld naar uitvoering op industriële schaal of boerderijschaal. De industriële opties zijn gescreend op innovatie, volume en verdienmodel. Bij productie op kleine schaal gaat het vooral over de investeringen, de beschikbare ruimte en hoeveelheid wei. De haalbaarheid van de verschillende opties die hieruit naar voren kwamen, is bepaald aan de hand van een scorematrix. Hierbij is bekeken of het product technisch, economisch en sociaal haalbaar is. Uiteindelijk is een top drie naar voren gekomen van opties die op (zeer) korte termijn te realiseren zijn. Van het bijproduct wei kan een nieuw product worden gemaakt, te weten: weibier, weiroom en ricotta.
Naast de individuele opties zou een coöperatieve wei-verwerking een mogelijkheid zijn om de werkdruk van boeren te verminderen en de ontstane reststromen efficiënt te verwerken.
Bent u geïnteresseerd in het onderwerp? Leest u dan hier het eindrapport van de studenten en bekijk de presentatie over deze studie. Voor meer informatie neemt u contact op met Marieke Kok via marieke@knowwhy.nl.