Alle plantaardige en dierlijke stromen zijn biomassa, van landbouwgewassen tot hout, van rietmaaisel tot dierlijke mest, van voedsel tot afvalwater. Biomassa bevindt zich in het hart van de circulaire economie en levert een belangrijke bijdrage aan de reductie van (fossiele) grondstoffen (50% in 2030, 100% in 2050). Het wordt niet alleen gebruikt voor voedselproductie, maar ook als hernieuwbare grondstof voor medicijnen, bouwmaterialen en transportbrandstoffen.
De landbouw (inclusief veehouderij en tuinbouw) is een belangrijke sector in het Groene Hart, maar agrarische ondernemers staan echter van alle kanten onder druk. In Het Groene Hart wordt onderzocht hoe kringlopen in de landbouw gesloten kunnen worden, met aandacht voor circulair en regeneratief bodemgebruik, het voorkomen van voedselverspilling, het stimuleren van korte ketens en het optimaal benutten van reststromen zoals mest en plantenresten. Overheden, zoals provincies en gemeenten, en agrarische ondernemers spelen hierin ook een belangrijke rol als ‘’producenten’’ van biomassa, zoals bermmaaisel, rietmaaisel, tuinbouwreststromen, hout en GFT-afval.
—